Terug naar overzicht

Kun je zomaar iedere kat aaien? Tips voor iedere kattenoppas

31 augustus 2020

Als kattenprofessional (oppas, gedragstherapeut, trimmer, pensionhouder, etc.) kom je met veel verschillende katten in aanraking. Dat maakt ons werk ook zo leuk! Ze hebben allemaal hun eigen karakter en eigenaardigheden. Als je van katten houdt is de verleiding heel groot om ze te aaien. Ze zijn heerlijk warm en zacht en het geeft een ontspannen gevoel. Maar de vraag is: Vindt die kat het op dat moment ook fijn om geaaid te worden?

 

Keuzevrijheid is belangrijk voor het welzijn

Door rekening te houden met de wensen van de kat laat je zien dat zijn welzijn belangrijk voor je is. Door de kat de keuze te geven om wel of niet geaaid te worden zal hij namelijk minder stress ervaren. Teveel stress kan zorgen voor allerlei aandoeningen en/of probleemgedrag zoals onzindelijkheid en agressie.

 

Hoe weet je of de kat geaaid wil worden?

Het is heel eenvoudig om erachter te komen of de kat geaaid wil worden. Ga op je hurken zitten, steek je hand uit en roep of lok de kat naar je toe zonder de kat aan te staren. Laat de kat, als hij naar je toekomt, ruiken aan je hand. Loopt hij daarna weg? Jammer! Volgende keer beter. Maakt hij zelf contact door met zijn kopje of lichaam tegen je hand te wrijven? Top! Dan kan je beginnen met aaien.

 

Waar wil de kat geaaid worden?

Als algemene regel geldt dat de meeste katten het fijn vinden om aan het kopje geaaid te worden en er een hekel aan hebben om op de buik geaaid te worden. Onderzoek van Dr. Sarah Ellis (UK) toont echter aan dat er grote individuele verschillen zijn. Die individuele voorkeur kan je het beste leren kennen door op de lichaamstaal te letten. Zodra je het puntje van de staart of de oortjes ziet bewegen is het een goed moment om een pauze in te lassen.

 

Hoe wil de kat geaaid worden?

Uit eerdergenoemd onderzoek blijkt ook dat niet alleen de plek maar waarschijnlijk ook de druk en tijdsduur bepalen of een kat het prettig vindt om geaaid te worden. Veel katten houden van veel maar korte contact momenten. Maar ook hier is het maar net waar deze ene kat van houdt en wat de kat gewend is.

 

Een goed begin is het halve werk

Als ik in een huis kom met een voor mij onbekende kat, negeer ik de kat in eerste instantie. Ik ga rustig zitten en praat met de eigenaar (gedragsconsult, kennismakingsgesprek kattenoppas, eerste trimbehandeling aan huis). De kat heeft mij natuurlijk allang gezien en krijgt zodoende de kans om “de kat uit de boom te kijken” en zich een indruk van mij te vormen. Soms komt een kat later vanzelf naar me toe en soms probeer ik hem later naar me toe te lokken.

 

Wederzijds respect

Ook als ik aan huis kom om op te passen, ren ik niet meteen naar de voerbak en de kattenbak maar ga ik bij binnenkomst eerst op de grond zitten. Die katten kennen me natuurlijk en komen altijd even knuffelen. Dat is natuurlijk het beste: De kat zelf het initiatief te laten nemen om geaaid te worden.

Twee van mijn oppas-katten hebben een moeilijke start gehad en willen nog steeds geen lichamelijk contact. Dat respecteer ik. En dat weten en waarderen ze. Zo kan je ook met “moeilijke” katten een goede verstandhouding hebben.

 

Ada van der Molen
www.kattenadvies.com

Huisdierenoppas Blog